Waar gluren toe kan leiden..

De dag dat ik 16 werd kan ik me nog heel goed herinneren en was supertrots op de gave brommer waarop ik echt niet meer gerekend en toch voor me was geregeld. Nu kon ik gaan en staan waar ik wilde en zag mezelf met de vakantie voor de deur al lekker onderweg zijn. Mijn ouders wilden als ieder jaar weer voor een week of twee naar Duitsland, zin om mee te gaan had ik niet echt. Na enige discussies heen en weer hoefde dat uiteindelijk niet en werd ’t zo geregeld dat ik een beetje door de buren gecontroleerd m’n gang kon gaan. Er werd geregeld dat ik nog een weekje bij m’n tante Els en oom Jan kon bivakkeren, beiden liepen al tegen de zestig maar nog jong in hun doen en laten.

De eerste dagen na ‘t vertrek van m’n ouders bracht ik door met enkele vrienden. We gingen overal heen op onze brommers en die vrijheid beviel me best. Een aantal van hen ging de week erop toch met hun ouders vakantie vieren, ik besloot toen toch maar naar die tante en oom te gaan die me op zondag tegen de avond verwachtten.

Rond een uur of zes draaide ik het tuinpad op van hun vrijstaand huisje aan de rand van Oosterhout.. De deur zwaaide open en tante Els verwelkomde me spontaan met “Hai Frans ! mooie brommer hoor” Ik vertelde haar dan ook erg trots te zijn op dat ding en ze stelde voor dat ik ‘m maar in de garage moest zetten, dan stond ‘ie veilig. “Is oom Jan er niet?” vroeg ik en kreeg te horen dat ‘ie pas over een dag of vier weer thuis zou thuiskomen uit Noorwegen waar hij voor z’n werk zat.